Thursday, July 15, 2010

Marmotte 2010

LA MARMOTTE 2010 – by Raf Daniels

Op 1 juli 2010 is het zover, met een gezelschap van 3 personen vertrekken we richting La Grave voor de ultieme cyclosportieve La Marmotte.

Wanneer we tegen de avond arriveren, valt me meteen op dat op de meeste bergtoppen nog sneeuw ligt, niet verwonderlijk aangezien 2 weken geleden bv. de Col du Galibier nog gesloten was door hevige sneeuwval.

Het is ook meteen duidelijk dat er zich een extra tegenstander heeft gemeld: de hitte!

De thermometer geeft ruim 34° aan, en dit om 18h.

Ondertussen zijn de overige leden van onze fietsclub ook gearriveerd, dit maakt dat onze fietsgroep uit 6 leden bestaat.

Na onze intrek genomen te hebben in ons hotel, genieten we van een uitgebreide maaltijd. Omdat we toch +- 950km hebben afgelegd besluiten we tijdig te gaan slapen, dit om ’s anderendaags fitter voor de dag te komen.

Vrijdag 2 juli: Kwestie wat spanning op de benen te zetten na de lange reis, achten we het een goed idee een uurtje of 2 op de fiets te kruipen.

Aangezien ons hotel gelegen is op de Col du Lautaret (Lengte: 34km, gem. 4%), is het aangewezen deze even tot de top te beklimmen. Het is een rustige en aangename klim, een leuke boost voor de moraal.

Tijdens deze tocht krijg ik enkele keren serieus last van mijn hoogtevrees, en de woorden van mijn ervaren ploegmaats “dit is nog niets vergeleken met wat je morgen te wachten staat”, zijn niet echt geruststellend. Maar soit, we zijn hier nu toch en gaan hier niet te flauw over doen.

De klim + afdaling gaat opvallend vlot, en we keren allemaal terug naar het hotel. Na een frisse douche gaan we met de wagen naar Alpe d’Huez om ons inschrijvingspakket op te halen.

De thermometer geeft 35° graden aan.

Bij het naderen van Alpe d’Huez slaagt de ‘paniek’ al lichtjes op de benen. Wat ziet die col er indrukwekkend uit!

Wat me meteen opvalt is dat de beklimming heel agressief begint, al meteen anderhalve kilometer + 10%, dat gaat morgen na 160km Alpen pijn doen, kan niet anders.

21 haarspeldbochten en 13km later zijn we aangekomen op de top. Er is een massa volk, enerzijds de fietsers die hun startpakket komen halen, anderzijds nieuwsgierigen die graag de sfeer rond de mythische cyclosportieve willen opsnuiven.

Na een pasta te hebben verteerd gaan we ons pakketje ophalen in het sportcentrum, dit bestaat uit: een enkelbandje (voor tijdsregistratie), sokken, bidon, energiebar en een soort prikkaart om morgen aan de bevoorradingsposten te laten zien.

’s Avonds in het hotel schaft de pot (alweer) pasta. Aangezien dit bomvol koolhydraten zit, is het natuurlijk zeer belangrijk om deze te stapelen in je lichaam, we zullen ze morgen kunnen gebruiken!

De zenuwen nemen stilaan de overhand, wat een slapeloze nacht tot gevolg heeft, wat op zich geen ideale voorbereiding is maar soit, dan maar de hard way…

Zaterdag 3 juli: Na een frisse douche (gezweet dat ik heb vannacht!) is het tijd voor een goed ontbijt. Door de zenuwen ligt mijn maag wat overhoop en is het moeilijk om een stevig ontbijt te verorberen, stompen dan maar!

Nu was het tijd om te selecteren welke voorraad ik ging meenemen voor onderweg. Ik had voor alle zekerheid genoeg meegenomen van thuis.

Uiteindelijk heb ik 6 nougatrepen, 2 performance koeken en 3 performance-gellen in mijn achterzak gestoken. Wetende dat er nog 3 bevoorradingsposten zijn onderweg, moest dit voldoende zijn. Elk uurtje een reepje zou immers, in combinatie met veel water, voldoende moeten zijn.

Een kleine 8 baar luchtdruk op de banden, ik zet zeker niet meer in gezien de hitte en het feit dat de velgen door het afremmen tijdens de afdaling ook gaan opwarmen.

De rit:

De start van ons blok was voorzien om 07h40, en dus stonden we rond 07h30 in de grote massa, bijna helemaal vanachter, te wachten op het startsein.

Doel: uitrijden!

Langzaamaan schoof de massa wat op, wat wees op moeizame start. De steeds erger wordende zenuwen resulteerde zich in een hogere hartslag: 140 hs/m, zonder inspanning…

Na een kwartier van stapvoetse bewegingen kwamen we onder de boog ‘Depart’. Hier gaan we, hier hebben we voor getraind!

Het eerste deel van de rit was +- 10km vlak, hier kon je al wat plaatsen naar voor schuiven, kwestie op de eerste col niet teveel last van de massa te hebben.

Na enkele bochten kreeg je al een mooi zicht op de Col du Glandon (24km – 4,8% gem.), de eerste van 4 cols HC.

Na een kleine 10 km beginnen we aan de eerste klim, de benen voelen goed, hartslag is gedaald naar 120 hs/min.

De zenuwen beginnen plaats te maken voor adrenaline, en drang om de cols te overmeesteren.

Col du Glandon (Croix de la Fer) staat bekend om zijn moeilijkheidsgraad, het is heel moeilijk om een goeie trapfrequentie te vinden daar de percentages fel schommelen. Na een korte opwarmperiode van +- 4-5% dienen de eerste stukken van 10% zich aan, ik verteer deze makkelijk en het feit dat ik honderden renners inhaal geeft me toch een morele boost.

Na 12 km klimmen volgt er een korte afdaling, waarna de col opnieuw een stuk van 10% voorschotelt, dit is uiteraard een lastig stuk maar al bij al is de cadans snel terug gevonden. Nu blijft het aanhoudend rond de 10% stijgen, sommige renners moeten al serieus harken om boven te raken. Ik raak meer en meer in mijn ritme, en fiets de komende 6-7 km rechtopstaand, om de spieren rustig te stretchen. Na een korte afdaling gaan we da laatste kilometers aan 10% naar de top.

Top gehaald, +- 150 hs/m, hier is er een bevoorrading voorzien. Gezien de overdreven hitte is bijvullen van de bidons een absolute must. Mijn 2 bidons van 75 cl had ik immers volledig leeggemaakt tijdens de klim. De voedselbevoorrading stelde echter niet veel voor, buiten een cakeje en wat rozijnen heb ik niets gegeten. Wel heb ik een 1e nougatreep van m’n eigen voorraad gegeten.

Nu volgt de afdaling, volgens velen het gevaarlijkste deel van de hele rit, vele haarspeldbochten, geen afrastering en veel volk, en niet iedereen is even stuurvaardig.

Gezien mijn hoogtevrees verwachte ik me hier aan een ware hel. Al bij al viel dit nog mee als ik tegen de kant van de berg bleef en uiterst defensief reed. Vele fietsers stonden naast de kant met kapotte banden, door een combinatie van de hitte en teveel druk op de banden.

Na de afdaling kregen we een heel stukje vlak, dit was voor mij het minst aangename gedeelte aangezien we over een heel drukken baan diende te rijden. Net voor de voet van de volgende col, Col de Télégraphe (18km aan 7,3% gem.), kregen we nog een waterbevoorrading. Hier heb ik mijn bidons nog eens gevuld (veel drinken was de boodschap in deze hitte!) en een halve performancekoek gegeten.

De komende 18 km beloofden vrij steil te worden, en omdat de dodelijke Galibier vlak erna komt is het best hier niet al teveel kruid te verschieten.

Deze Col verteerde ik wederom opvallend makkelijk en het gedacht van “bwa, dat valt hier eigenlijk allemaal nogal mee” begon de kop op te steken. Hs +- 150 hs/m

Op de top van de Télégraphe was er een water- en voedselbevoorrading voorzien. Buiten wat rozijnen en een cakeje was er niet veel soeps, de volgende nougatreep diende zich aan, samen met het bijvullen van de lege bidons.

Ik was op voorhand gewaarschuwd dat de Col du Galibier (18km aan 6,9% gem.) al bij menig fietsers voor de doodsteek had gezorgd.

De eerste 10km werden vrij goed verteerd door mij. Hs +- 150 hs/m. Het was intussen erg stil op de berg! 2-3000 man die het gezamenlijk wijselijk vinden de adem te sparen om de beklimming tot een goed einde te brengen wijst op de moeilijkheidsgraad en op een moeilijk vervolg.

De laatste 8 kilometer van de Galibier werden door de ervaren ‘Marmotters’ beschreven als de lastigste van heel de route.

“Het kan toch niet zo erg zijn”?

Dat was het dus wel, op geen enkel moment zakte het stijgingspercentage nog onder de 10%, met pieken van 12%-14%.

Het aantal wandelaars (eerdere fietsers) begon in sneltempo toe te nemen.

De hartslag bleef in zijn normale doen, +- 150 hs/m. Ik was dus allesbehalve over mijn limieten aant rijden.

2 km van +10% achter de rug, het bordje wijst aan dat de top op 6km ligt. “Komaan Raf, je hebt je kleinste versnelling nog niet nodig gehad, je benen voelen nog vrij goed, je hartslag is goed, gewoon blijven trappen”!

Naarmate de col vorderde en stukken van +10% bleef produceren begon de twijfel toch toe te nemen. De bordjes die er elke kilometer stonden begonnen precies verder en verder uit mekaar te staan. Nog maar een nougatreep eten, nog maar eens drinken. De lucht werd ijler en ijler. Plotse voelde ik een suikerdip opkomen, tijd voor een suikerboost, in de vorm van een gel. Dit wierp zijn vruchten af, ik voelde me weer iets sterker al was het maar voor even.

Weer een stuk van 12%, wat begint dit pijn gaan te doen. Vanwaar komen die plotse nadelen? Misschien dat de 130km bergen er voor iets tussen zitten.

Nog 2km tot de top, hs +- 165/m.

Het aantal nog rijdende fietsers is gereduceerd tot een handvol, waarvan ik deel uitmaak, weer een kleine boost, al is de euforie van korte duur. Ik moet mijn kop erbij houden en maken dat ik boven ben, de wolken zijn immers aan het dichttrekken en onweer/regen op 2600 meter hoogte kan geen lachertje zijn.

Doodgaan, sterven en mezelf motiveren vatten de laatste kilometer goed samen.

Maar goed we hebben de top gehaald zonder een voet aan de grond te zetten.

De bidons worden bijgevuld, ik eet een cakeje, een nougatreep en zet me ff neer op een steen. Als ik de gezichtsexpressie van mijn medeslachtoffers zie, ben ik er al bij al nog goed vanaf gekomen. Er werden aanhoudend ambulances opgetrommeld, veel mensen zijn hier veel te diep gegaan.

Ik heb hier ook serieuze pijlen verschoten en had stiekem al gedacht dat ik de top van Alpe d’Huez (het eindpunt van La Marmotte) niet zou halen. Maar 3 cols van dit caliber beklimmen kan toch ook al tellen? Niet dat opgeven een schande zou zijn.

Maar soit, we zien wel, nu volgt er een afdaling van 34 (!) km, via de col de Lautaret.

Het hoogste gedeelte van de afdaling was een vrij gevaarlijke, smalle wegen en geen afrastering, maar ik had simpelweg de energie niet meer om mij hier ook nog eens zorgen over te maken. Volle gas naar beneden was de boodschap.

Het zware aan de afdaling was dat er enkel stukken vals plat in stijgende lijn moesten afgelegd worden, iets wat pijn doet na kilometers afdalen en 140km.

OK, de voet van Alpe d’Huez (13,2 km aan 8,1% gem.) is in zicht. Mijn benen voelen leeg aan maar ik ga toch nog proberen die laatste col te bedwingen.

Mijn laatste gel + laatste koeken moeten er aan geloven, ik ga elke vorm van energie kunnen gebruiken!

In totaal heb ik dus 3 gellen gedronken, dat was er 1 teveel, misselijkheid begon de kop op te steken.

Op 7 uur en 10 minuten had ik de voet bereikt, is een gouden medaille dan toch nog haalbaar?

De eerste 2-3 km van deze berg zijn aanhoudend 10% of meer, er dadelijk vol tegenaan dus.

Het grote voordeel aan deze klim is dat elke haarspeldbocht (21 in totaal) vlak is, daar heb je dus enkele seconden tijd om wat op adem te komen.

De eerste 5 km gaan vrij soepel. “de rit is bijna gedaan, je gaat het halen!!”.

Toen kwam echter de man met de hamer, die mij langzaam afbrak.

De laatste kilometers waren een absolute hel, de temperatuur kwam niet onder de 38°, mensen langs de kant gooiden water over de fietsers, gaven pintjes water aan, mooie gebaren.

Nog 2 kilometer, dit haal ik nooit, mijn licht is uit, de benzine is op…

Het aantal toeschouwers nam toe, iedereen schreeuwt de renners vooruit.

“ Je bent er bijna, nog maar 2 kilometer”.

Weten zij veel dat op die moment 2 kilometer klimmen gelijkstaat met 150km vlak op een gewone dag.

Plots duikt het gedacht van ‘opgeven’ op.

Daar wou ik niet aan denken, ik had nog nooit opgegeven, nog nooit de handdoek gegooid. Ik ben er nu zo kortbij…

Vanaf toen heb ik nog maar aan 1 bekende slogan gedacht:

Pain is temporary, glory lasts forever!

Het aantal nog fietsende deelnemers is quasi nihil, iedereen ligt tegen de vlakte te recupereren of proberen al wandelend de top te halen, wat op zich ook een prestatie is met plaatjes onder de schoenen.

Ik weiger op te geven, al val ik tegen de smeulende asfalt, opgeven is geen optie!

Ik kom tussen de chalets aan de top van de berg, hier krioelt het van het volk, mensen die met volle overgave de massa aanmoedigen. “Heroes! Heroes!”

Mijn pijn verdwijnt in 1 klap, ik schakel 3 versnellingen zwaarder en vlam die laatste kilometer rechtopstaand tussen de massa door.

Dit was mijn kilometer! Dit was waar ik voor getraind heb! Niemand zou me nog beletten die zo felbegeerde eindstreep te halen, zelfs de man met de hamer niet, die was er aan voor de moeite!

Daar ligt de streep, daar ligt het einde van maanden intensief trainen. De handen gaan omhoog, dichterbij het gevoel van een echte wielrenner zijn zal ik nooit komen.

Ik heb het gehaald! Door de zware inzinking die op de laatste col heb moeten doorstaan heb ik 2 uur over de klim gedaan en dus een zilver brevet behaald.

Het was een ware veldslag en heb mijn lichaam tot het uiterste geduwd, elke vorm van energie was verdwenen.

Bij aankomst smaakte de gratis te krijgen pasta heel goed en laadde de batterijen weer een heel klein beetje op.

Na wat recuperatie, daalden we Alpe d’Huez af en gingen we terug richting hotel.

Het was loodzwaar maar het was een onvergetelijke dag en ik heb iets verwezenlijkt wat ik zelf niet voor mogelijk achtte…

Raf Daniels